WIDOPEDIA
Een blog over Frans-Vlaanderen, de Nederlanden en Europa
Wido Bourel

Meest recente berichten
Archieven
Kernwoorden

Nicolas Bourgeois, een Frans-Vlaamse voorman om niet te vergeten

Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/recensies/nicolas-bourgeois-een-frans-vlaamse-voorman-om-niet-te-vergeten/

Nicolas Bourgeois (1896-1982) was tijdens zijn leven een Frans-Vlaams voorman en een intellectueel van formaat. Als auteur was hij een niet aflatend criticus van het jakobinisme, dat in Frankrijk (en in België) zo veel schade heeft berokkend.Wido Bourel, eveneens Frans-Vlaming – al woont hij al decennia in de Kempen, schreef een boeiend boek over hem dat steunt op talrijke gedachtewisselingen van de auteur met Nicolas Bourgeois. Daardoor krijgt dit werk een ongewoon levendig karakter.

Hoe kwam je in contact met Nicolas Bourgeois, een man die meer dan een halve eeuw ouder was dan jij?

‘Nicolas Bourgeois was inderdaad al een oude man toen ik hem leerde kennen. Dat moet ergens in 1972 geweest zijn. 76 jaar was hij toen, ik amper 17. Hij had mijn grootvader kunnen zijn en zo voelde ik me, bij hem – als een kleinzoon. Ik heb gewoon bij hem aangebeld en hij ontving me meteen. De gewezen Frans-Vlaamse voorman ontfermde zich graag over onze generatie. Wij waren zijn geestelijke zonen, zei hij, en niets was hem te veel om ons te helpen. Ik nam bij elk van de vele gesprekken die volgden ijverig nota. Die aantekeningen en de correspondentie die we jarenlang voerden, zijn de basis van mijn boek.’

Voorman van de Vlaamse Beweging in Frankrijk, noem je hem terecht. Hoe komt het dat hij aan deze kans van de grens weinig bekend is gebleven?

Via de taal ontdekte hij zijn Vlaamse wortels

‘Hij was een bescheiden man die altijd de schaduw verkoos boven de schijnwerpers. Hij heeft ook een dubbelleven geleid, het ene in de Parijse hogere kringen, het andere in Frans-Vlaanderen. Geboren in Rijsel, verhuisde hij op jonge leeftijd naar Parijs, waar zijn vader dirigent was van het beroemde muziekkorps van de “Garde Républicaine”. Nicolas leerde Nederlands – stel je voor! – als officier bij de Franse zeemacht. Via de taal ontdekte hij zijn Vlaamse wortels. Bourgeois was een leven lang actief voor en in de Vlaamse Beweging in Frankrijk. Tijdens het interbellum was hij onder meer secretaris van de Franse Regionalistische Beweging. Hij behoorde tot de leiding van het Vlaams Verbond van Frankrijk, net als zijn vriend priester Jean-Marie Gantois. Tot op het eind evan zijn leven was Nicolas Bourgeois de veel gevraagde raadsman van de jonge regionalisten in Frankrijk.’

En wat was het ‘andere leven’ van Nicolas Bourgeois in Parijs?

‘Dat begon met studies aan Parijse elitescholen, de Lycée Louis le Grand en daarna aan de École Normale Supérieure, promotie 1916. Hij werd doctor in de politieke en economische wetenschappen met een proefschrift over “Proudhon, le fédéralisme et la paix”, bekroond door de Carnegie-stichting. Daarna werd hij nog doctor in de geschiedenis en doctor in de rechten.’

‘Van 1919 tot 1941 is hij, beroepshalve, “diensthoofd van de voorzitter van de gemeenteraad van Parijs”. In die hoedanigheid schrijft hij de meeste toespraken en teksten van de Parijse gekozenen tijdens het interbellum. Nicolas Bourgeois was een veelzijdig intellectueel en een bekroonde schrijver, een rasechte verteller, maar ook topjurist en briljant historicus. Na Parijs keerde hij terug naar Frans-Vlaanderen. Hij werd er advocaat en weldra stafhouder van de balie van Duinkerke.’

Wat is je bijgebleven? Wat moeten wij van hem onthouden?

 ‘Afgezien van de vele persoonlijke herinneringen, drie dingen. Ten eerste zijn humoristische, maar bikkelharde kritiek van het centralistische, jakobijnse Frankrijk en van de imperialistische neigingen van de francofonie: “De francofonie wordt alleen door haarzelf bedreigd. Dat ze zich verzorgt en alles zal beter gaan. Ook in Europa”…

Bourgeois was een bevoorrechte getuige van de bloedigste eeuw uit onze Europese geschiedenis

Het jakobinisme noemde hij “het evangelie van de vijf republieken die elkaar opvolgden aan de oevers van de Seine”. De gedachte dat een staat bepaalt wie en wat het volk is, zijn taal en cultuur, was voor hem een ondraaglijke gedachte en – objectief – de bron van onnoemelijk leed in Europa. Vergeet het tijdskader niet, Bourgeois was een bevoorrechte getuige van de bloedigste eeuw uit onze Europese geschiedenis.

België is een “goed” voorbeeld van het verder woekeren van het jakobinisme. Als je een Georges-Louis Bouchez hoort, dan weet je het wel. Na Frankrijk is het jakobijnse gif natuurlijk in Spanje het sterkst beleidsbepalend. De Catalanen ondervinden dat dagelijks.’

Wat is daarop volgens Nicolas Bourgeois het positieve antwoord?

een overtuigde voorstander van het zelfbeschikkingsrecht der volkeren, de anti-jakobijnse gedachte bij uitstek

‘Dat is mijn tweede punt. Nicolas Bourgeois was een overtuigde voorstander van het zelfbeschikkingsrecht der volkeren, de anti-jakobijnse gedachte bij uitstek. Dat zelfbeschikkingsrecht moest ook aan de kwantitatief kleine volkeren worden gegund. Maar om te vermijden dat Europa een krabbenmand zou worden, is er een tegengewicht nodig. Dat was voor hem het federalisme, in casu een federaal Europa. Kleine volkeren zouden anders in de kortste keren weer hapklare brokken worden voor grote, jakobijns geïnspireerde staten. Hij was op dat vlak een voorbeeldig leerling van Alexandre Marc (Frans-Russisch schrijver en filosoof, gangmaker van het federalistische denken – red.) en Denis de Rougemont (Zwitserde denker die ijverde voor een federale orde in Europa – red.). ‘

En ten derde?

‘Combineren is mogelijk en noodzakelijk! Als je een officiële functie bekleedt, in het staatsapparaat, de universiteit, het gerecht e.d., dan kan dat een probleem zijn om uit te komen voor je eigen gedachte. Maar het mag nooit, stelde Nicolas Bourgeois, een excuus zijn om niet mee te werken aan de emancipatie van je eigen volk. Hij had een gloeiende hekel aan de mensen, meestal intellectuelen, die die hem discreet toevertrouwden dat ze met hem “sympathiseerden”, maar “dat ze “gezien hun functie” verder niets konden doen.’

‘Hijzelf was, zowel in zijn Parijse periode, als daarna toen hij stafhouder was in Duinkerke een toonvoorbeeld hoe je je op sluwe en intelligent manier kon engageren. Voor zijn avontuurlijke belevenissen daarbij, moet je mijn boek lezen.’

Gepubliceerd

10.06.2020

Kernwoorden
Reacties